Het begin van onze trekking - Annapurna, Nepal

14 oktober 2012 - Annapurna Circuit, Nepal

 

Kathmandu - Pokhara
Het is half zes. Onze wekker gaat en even daarna moeten we er toch ook echt uit. Gelijk merken we allebei dat we ons niet helemaal fit voelen. Hoe mooi en bijzonder Kathmandu ook was zijn we hier allebei klaar. Prima om nog een nachtje door te brengen voor we weer doorvliegen naar Bangkok maar dat is ook alles. We zijn klaar met het getoeter, de smog en de drukte. Maar ondanks dat hebben we ons plekje hier ook kunnen vinden en hebben we het goed gehad. Nu weten we niet hoe en waar we aankomen. We gaan namelijk met een bus naar Pokhara, het zusterstadje van Kathmandu. Een acht- (maar soms ook zestien-) uur durende busreis. En we hebben gezien hoe ze hier rijden dus dat beloofd wat over de bergwegen. Niet wetende wat ons in Pokhara, om nog maar niet te spreken over de geplande trek, te wachten staat springen we onder een koude douche en dan voel ik me echt niet lekker. Stom vinden we deze zenuwen buikpijnen allebei maar dan is het tijd om te gaan. 
 
We willen een trekking maken door het Annapurna gebied. Onderdeel van de Himalaya. We doen de Annapurna Sanctuary  trekking maar met een paar dagen extra om zo ook Phoon Hill aan te doen.
 
Nog wat  mopperend over de kou en de al net zo koude douche schieten we de eerste de beste taxichauffeur aan die ons naar het busstation kan brengen. Daar aangekomen staan tientallen bussen klaar. Maar nog veel meer zogenaamde agenten voor trekkingen en verkopers van fruit, kranten, frisdrank en candybars. Allemaal om je heen zwermend pakken wij onze tas en die moet dan achterin de bus. En wij dan zeker die bus in zodat we onze tas niet kunnen zien. Ja, nu heb ik echt buikpijn.  Een man pakt mijn tas en legt die achterin, die van Iris wordt door iemand anders ingeladen. We blijven even hangen en dan komt diezelfde man die Iris haar tas in de bus heeft gelegd vragen om 'bagagemoney'. Mijn wenkbrauw schiet iets omhoog en Iris kijkt mij aan. Honderd roepie moet het kosten. Ik vertrouw het voor geen meter en vind het nog onzin ook. Maar Iris wil al 200 roepie pakken (immers twee tassen). Nu bemoei ik me er toch iets tegen aan, doe maar 100. Volgens mij is dat goed. Zodra hij honderd roepie heeft bedankt hij ons hartelijk en loopt door. Nu weet ik het zeker, hier klopt niks van. Even kijken we hem nog wat verbijsterd na en weten we allebei dat we zijn geflest. Voor nog geen euro maar we zijn belazerd en dat voelen we.
 
Iets na zeven uur gaan we dan eindelijk rijden. Eerst moet er dan nog getankt worden. We pikken nog wat verlate en vervelende Chinezen of Koreanen op. En na al een plaspauze binnen dertig minuten, waarschijnlijk zat de buschauffeur zonder sigaretten, zijn we dan toch echt op weg. We grappen er wat over. Dit zou toch allemaal niet kunnen in Nederland. Een warme en benauwde busreis, mede door de onmogelijke rijstijl van de buschauffeur. Het is maar goed dat Iris niet alles kan zien maar na drie keer vol in de ankers heeft Iris het toch ook wel door. De wet van het langst en hardst toeteren betekend toch niet dat ze je voor zullen laten gaan. Die indruk was er namelijk wel bij ons gewekt. Uiteindelijk komen we toch heelhuids aan. 
 
Als eerste zo snel mogelijk naar het punt waar we onze trekkerspermit kunnen krijgen zodat we de volgende dag nog kunnen starten. Daar aangekomen mogen we verschillende formulieren invullen en ontvangen dan onze permit. Ook worden we niet kosteloos aangemeld bij TIMS. Mochten we niet aankomen bij controlepunten dan gaan er alarmbellen rinkelen. Althans, dat hopen we dan maar. Vervolgens naar het hotel.
 
Wat een rust heerst er hier zeg. Nu toch al twee uur in Pokhara maar nog steeds niet aangesproken door iemand wie toch echt een hele mooi deal voor ons heeft. Of ons verteld dat de tempel wie wij willen bezoeken nou net vandaag gesloten is maar dat hij ons wel wil brengen naar een andere mooie plek wie ook nog gratis toegankelijk is. 
Pokhara ligt aan het meer, de hoofdstraat is een soort van boulevard. Je kijkt werkelijk prachtig  weg, dat samen met het heerlijke weer is dit echt genieten. Na een warme douche gaan we het dorpje verder verkennen. 
 
We zien een taxi chauffeur staan en vragen hem wat het kost om ons naar Nayapul te brengen. (Nayapul is ons startpunt van de trekking.) 1400 roepie wil hij er voor hebben. We hadden gehoord dat het zo'n 1500 zou kosten dus ach we bluffen dat we het nummer hebben van een taxi die ons voor 1200 brengt. Dus we bedanken nu hem hartelijk en lopen door. Oh, wacht even. Hij doet het er voor. We spreken af voor het hotel morgen ochtend en gaan verder de stad in. Met een grote glimlach op ons gezicht. We worden hier langzaam beter in. 
 
Verder het stadje in, op zoek naar avondeten. Lonely planet helpt ons hier weer, Café Concerto, met de beste pizza in town. Daar gaan we uiteindelijk eten, op nog geen tien minuten lopen van het hotel. En inderdaad, zalig! Vooruit een biertje erbij, we proosten op het komende avontuur. We drinken Everest, het meest gedronken door alle toeristen hier,  een flesje van maar liefst 650ml want kleiner is er niet en dat voor 350 roepie. Na het eten lopen we nog wat en dan terug naar het hotel. We komen binnen lopen en gelijk worden we aangesproken door een werknemer dat er nog twee mensen naar Nayapul willen morgenochtend. Dan zouden we een taxi kunnen delen voor die 1500 roepie. Ja dat is balen, we hebben met een taxi geregeld die ons om half negen ophaalt. En we hebben geen nummer dus kunnen hem ook niet afbellen. Hij stelt voor het hem uit te leggen. Behoorlijk bezwaard maar met het idee dat we toch weer behoorlijk besparen gaan we akkoord. We kloppen aan bij de ons doorgegeven kamer en verwachten een jong Europees stel. Nou, een vreemde Koreaans uitziende man doet open. We leggen het uit en hij zegt te gaan overleggen. Smak, de deur gaat dicht. Oh God, wat hebben we nu weer aan de haak geslagen. Twee maffe Aziaten wie amper Engels spreken. Na een lange vijf minuten gaat de deur open. We lopen gezamenlijk naar de receptie en als blijkt dat we dan toch echt allebei de helft betalen is het goed. Maar dan vertrekken we om half acht. De taxi wordt gebeld en we wensen elkaar een goeie nacht. Half acht vertrekken hè roept hij nog. Wij knikken en lopen naar onze kamer. Mijn god, dat zal me weer een spektakel worden morgen. En we zijn nog niet eens in de bergen. 
 
Bij onze hotelkamer komen komt de laatste taak van vandaag. Inpakken maar vooral uitpakken. Wat nemen we mee op onze trekking? Elke 100 gram moeten we goed overwegen hebben ze ons verteld. Maar 10 kilo is eigenlijk al best veel om tien dagen mee te slepen. Dat is dus je handbagage bij Ryanair, en daar moeten wij tien dagen mee kunnen overleven. Terwijl het gaat vriezen op die bergen en onderaan is het 25 graden. Na een uurtje overwegen, peinzen en overleggen zijn we klaar. Maar eens optillen die tas, jeutje! (En dat is netjes uitgedrukt.) Na nog wat overleg en dubben kon er toch wat in het hotel blijven. Alles kan kosteloos in een storage-room blijven zolang we maar op de terugweg nog een nacht boeken. Ook dit voelt niet helemaal lekker maar blijkbaar doet iedereen het. Dan is het tijd om te gaan slapen. "Het is toch best wel spannend hè?" "Ja,  dat vind ik ook. Maar ook wel gaaf. Slaap lekker lief." "Slaap lekker schat."
 
Pokhara - Nayapul
Om half zeven gaat dan de wekker. Ik bedenk me nog een keer dat ik toch echt niet gemaakt ben om vroeg op te staan maar dan gaan we er uit. Na een werkelijk waardeloos ontbijt lopen we naar de ingang van het hotel. De twee Koreanen staan ons al wat ongeduldig op te wachten als we nog mooi een sigaretje opsteken. Het was nog niet eens half acht en echt niet dat ik ook maar een minuut eerder vertrek. Even later komt de taxichauffeur aanlopen propt alle bagage in de taxi. Wat argwanend kijken we elkaar aan. In deze Suzuki, toch echt niet veel groter dan de Panda,  moeten wij dus met z'n vijven en alle bagage. Weer zo'n feestnummer was dit. Over een weg vol gaten, haarspeldbochten en de bijbehorende afgronden/ravijnen mogen we anderhalf uur gezellig naast die twee zitten. Dan hadden we nog zo'n fantastische chauffeur die echt meer had moeten slapen de nacht ervoor. Maar lichtelijk stijfjes komen we toch weer heelhuids aan in Nayapul. De taxichauffeur zet de taxi weg en valt gelijk in slaap. Die vermoeidheid hadden we dus toch echt goed gezien!
 
Nayapul - Ulleri
Een paar kleine hutjes ingericht als winkel. We stappen uit en bedanken onze Koreaanse vrienden. Wensen ze een goeie trip dan scheiden onze wegen. Nog maar gauw naar het toilet. Tuurlijk, weer zo'n hurktoilet. Niet aan te wennen die dingen. Toch echt wat zenuwachtig lopen we de kant op waar iedereen heen loopt. Na dertig meter een kruising. We zien niemand meer. "Shit, en nu dan?" Rechts wat huisjes en iets wat lijkt op een winkeltje. Die kant dan maar. Nee, wij hadden geen gids nodig! Natuurlijk was het de goeie weg en we lopen het daadwerkelijke Nayapul in. Een straat zoals ze hier leven. Hun woning is meestal ook winkel. Kippen, geiten en koeien midden op straat of onder hun afdakje. Kinderen spelen en hebben duidelijk plezier. "Namaste" roepen ze, en met een vrolijk gezicht vouwen ze hun handen naar elkaar. "Namaste" zeggen we allebei en glimlachen. We lopen langzaam verder en bewonderen het leven hier. Nog wat stuntelig met onze in Kathmandu aangeschafte stokken lopen we tot we drie kwartier tot we bij een controlepost aankomen. We moeten onze permits laten zien en onze TIMS kaart. Alles wordt genoteerd. Dit blijkt het tweede plaatsje op onze trek: Birethanti. Nu lijkt het echt te beginnen. 
 
We vertrokken uiteindelijk tegen half tien vanaf Nayapul. Toen was het nog fris. Daar liepen we tussen de bomen in ons fleecejack. Na een riviertje te zijn gepasseerd waar een bus in stond (??) komen we op wat meer open terrein. De zon komt nu goed door en dan gaan de vestjes gauw uit. Na een heuvel te zijn opgelopen hebben we het zweet al overal staan. Dit is pittig. Nog geen dertig meter gestegen en nu al bijna  buiten adem is het tijd voor een korte break. Onze tassen afstellen en water drinken. Nayapul ligt op zo'n 1070 meter. Het eerst volgende echte dorp ligt net onder de 1500 meter. Gestaag vervolgen we onze weg maar weten allebei goed dat er voorlopig geen einde gaat komen aan dit klimmen. Rond één uur komen we aan in Hille. Trots dat we nu al zo'n hoogte bereikt hebben kijken we mekaar aan. We voelen ons lichaam, onze spieren zijn dit niet gewend. De eerste twee blarenpleisters moeten uit de tas komen. Maar dit is geen tijdstip om al te stoppen. Ja, we gaan door. Dat betekend dat we proberen Ulleri te bereiken. We komen dan langs Tikhedhunga. Na wat klimmen en dalen zullen we dan bij 1328 treden aankomen. Ergens aan het eind van deze uitzichtloze treden moeten we dan een hostel vinden. Althans, als ze dan nog wel een kamer hebben. Oktober en november zijn de beste maanden om de Annapurna regio te beklimmen dus we zitten midden in het hoogseizoen. Hoe later je aankomt, hoe groter de kans dat er geen kamer meer is. Met deze gedachten vervolgen we onze weg. De omgeving is geweldig, je moet af en toe even stoppen om echt goed om je heen te kijken en te genieten. Tijdens het lopen richt je je met name op waar je je voeten neer zet. Zo vaak mogelijk spiek je even links of rechts. Ik begin te lachen, "moet je nou eens kijken hier. Dit is toch geweldig!" Ik had niet gedacht dat het hier al zo mooi zou zijn en dat ik daar zo van zou kunnen genieten. 
 
Even later komen we bij wat meer rotsachting gebied. Treden van aan elkaar gelegde stenen. Hoe hebben ze dit ooit aan kunnen leggen. Hoe bijzonder ook, loeizwaar om te belopen. Met name de hoge treden. Soms wel veertig of vijftig centimeter hoog. We zigzaggen langzaam omhoog. Om de zoveel tijd is er de ruimte om op adem te komen. Daar wordt door iedereen gretig gebruik van gemaakt. Iedereen groet elkaar en soms loop je in een groepje samen op. Iedereen heeft het zwaar. Die samenhorigheid is prettig. Jammer is dat we regelmatig voor Duitsers worden aangezien maar dat blijkt minder erg dan een Chinees een Koreaan noemen of andersom. 
 
Hoe zwaar wij het soms ook vinden, de meer respect hebben wij voor de porters. Dragers wie soms bijna rennend naar boven of beneden gaan. Anderen duidelijk langzamer dan ons. Maar allen bepakt met soms wel drie of vier van onze backpacks. Sommigen hebben grote zakken op hun rug met voedsel of materialen. Tot wel zo'n dertig of veertig kilo. We hebben het proberen te tillen. Ongelooflijk! Ze tillen dit met een band om hun hoofd. Daar nog meer het onbegrip voor de hoeveelheid spullen wie mensen mee laten slepen. Zelf dragen ze een tasje waar net hun camera, flesje water en een Snickers in past. 
Wij wilden het niet maar het brengt een boeiend dilemma. Aan de ene kant willen wij niet dat iemand onze spullen draagt. Dat voelt voor ons niet lekker. Daarnaast wil je dit met z'n tweeën doen. Aan het eind trots kunnen zijn op jezelf dat je alles zelf hebt gecreëerd, opgelost en hebt meegesleept. Dat is voor ons weer deel van de ervaring.  Aan de andere kant spreken we mensen wie verbaast zijn dat we geen porter nemen. Voor hun hoort het bij een Himalaya trek. Het hoort bij deze cultuur. En je helpt ze aan een baan, want er zijn er genoeg wie staan te springen om aan de slag te kunnen. 
 
Het zweet gutst werkelijk van onze hoofden af. Roken doe je niet in die pauzes. Als voor je gevoel je gezicht weer een enigszins normale kleur aanneemt stap je weer op. Uiteindelijk komen we een bocht omgeslenterd en in tegenstelling tot de honderd keer hiervoor zien we nu wél  trots een bordje met "Welcome in Ulleri". We konden ook niet meer. We lopen de laatste paar tientallen meter omhoog en komen bij een teahouse. "Hoezo teahouse?" Blijkbaar liggen de guesthouses om de hoek. Dat hadden we wel vaker gezien vandaag. Dus vooruit, de hoek om en... niks natuurlijk! Niks dan trappen. Waar je ook kijkt. Vermoeid, teleurgesteld en ietwat geïrriteerd lopen we door. Dit vinden we allebei geen leuke grapjes. Na iedere bocht hopen we iedere keer meer op het daadwerkelijke plaatsje. Als alles echt goed zeer doet en je zelf ook wel weet dat terug lopen niet echt een oplossing is, komen we wat mensen tegen. Enthousiast vertellen ze ons dat we er bijna zijn. Hoe lang nog  dan? Vragen we nog enthousiaster. Blij dat we er bijna zijn. Twintig minuten dachten ze. Ja! Dat dacht ik ook al drie keer. Inderdaad een kleine twintig minuten lopen bereiken we iets wat op een guesthouse lijkt. We ploffen boven aan de treden neer en voorlopig doen we helemaal niks. Het is kwart over drie. Van 1070 meter in Nayapul naar 2010 meter hier in Ulleri.
 
Wat onwijs vermoeiend is dit. Maar wat gaaf is het ook. En trots op onszelf drinken we wat water. Na een minuut of vijf hebben we het echt verdiend en verwachten we dat we niet in een al te erge hoestbui zullen uitbarsten als we ons sigaretje opsteken. Totaal gesloopt zitten we nog even maar dan wordt het tijd een guesthouse te zoeken. Eerst kijken we om ons heen. Iris wil verder omhoog kijken. Ik peins er niet over om eerst naar boven te lopen om vervolgens weer hier beneden terug te keren omdat dit er prima uit ziet. Iris gaat zonder tas kijken en zegt iets te hebben gevonden voor 100 roepie. Huh, das zeven keer goedkoper dan ons guesthouse in Kathmandu. En alles zou zo duur zijn in de bergen. Een soort gebocheld lelijk ventje brengt ons naar een kamer. Ja, 100 roepie, we begrijpen het nog steeds niet helemaal maar later wordt het duidelijk. Ze verdienen het op het eten en drinken. De kamers, net als het eten en drinken hebben een vaste prijs gekregen, beoordeeld door een Commissie. Die Commissie zou er voor moeten zorgen dat de locals er beter van zouden worden maar daar blijken de meningen nogal over te verschillen merken we later. De dubbele kamers kosten eigenlijk 300 maar die 100 was dus een lokkertje. Elders eten wordt eigenlijk niet echt toegestaan en daar rekenen ze dan tussen de 500 en de 1000 roepie voor. Nou zaten wij echter met een probleem. Na onze spullen op de kamer te hebben gelegd raken we in gesprek met de overburen. Een wat kleiner guesthouse. 
We praten met Erick. Een Amerikaan wie sinds anderhalf jaar vrijwilligerswerk doet in Nepal en daar een (non-profit) bedrijfje voor heeft opgezet. Hij richt zich met name op armere kinderen. Hij viert hier een weekje vakantie en helpt de voor hem bekende familie met hun guesthouse. Eigenlijk vinden we het hier hartstikke leuk. Een ontzettend lieve familie. Uiteindelijk blijven we hier slapen. Na wat gemopper van de ineens een stuk minder vriendelijke Quasimodo was het goed. We eten voor een paar cent een super maaltijd in ons nieuwe guesthouse. Het was nog erg gezellig maar tegen half tien gaan we toch echt naar bed. 
 
De kamer was prima maar ja. Vochtig, dekbedden stinken enorm. Wat beestjes. En het tocht als een malle. De muren missen onder en boven tien centimeter. Die logica is me nog steeds niet duidelijk. Maar we hadden een bed dus dicht tegen elkaar kunnen we uiteindelijk de slaap vatten. Tegen tweeën wordt ik wakker. Iris blijkt al even wakker. Er loopt iets onder het bed. En het loopt tegen de bedpoten aan. Niet zo schokkend opzich, behalve als het hele bed er van trilt. De snurkende man in de kamer naast ons blijkt er verrekte weinig last van te hebben. Maar wij vinden het toch niet helemaal tof. Ik vind ons zaklampje en probeer iets onder het bed te kijken. Verder dan twintig centimeter staart kwam ik niet. Toen werd ik terug getrokken door Iris. Straks bijt die! Het lawaai wat dat beest of die beesten maakten was niet normaal. Erick slaapt rechts van ons en wordt ook wakker. De vrouw van de snurkende man ook. Met als gevolg dat de snurkende man ook wakker is even later. Lampjes gaan aan en uit, wat gestommel maar uiteindelijk wordt alles stil. Behalve die beesten die ons bed hadden uitgekozen als speeltuin. Na enige tijd lukt het ons ondanks het af en toe trillende bed en het gestommel om weer in slaap te vallen. 
 
Rond achten gaan we er allebei uit. Douchen en spullen inpakken en dan lekker in de zon ontbijten. Rond zeven uur waren we al even wakker geweest en het gordijntje aan de kant geschoven. De net opgekomen zon schijnt op de toppen van de bergen. Waar we gister geen kwartier later hadden moeten aankomen omdat we anders totaal verregend Ulleri waren binnen gekomen, is er nu geen wolkje te zien. Het uitzicht is adembenemend. Toast met jam en gekookte eieren als ontbijt. Fijn, Europees voedsel. We proberen nog iets lokaals, Erick vond dat we het echt moesten proberen. Niet kauwen, alleen proeven en doorslikken. Een soort zompige, niet gare brij van een soort graan in een kruidige en iets pittige soep. We nemen allebei een stukje, maar dat kun je niet doorslikken! Na toch iets kauwen glijdt het langzaam naar binnen. De smaak is prima, van de soep althans. Maar dit probeer ik de komende tien jaar niet nog een keer. 
 
Iets na tienen nemen we afscheid. We zouden hier eigenlijk nog wel een dagje willen blijven. Zo vriendelijk, zo mooi als het hier is. Maar een rustdag op dag twee is wat vroeg. En de gedachten aan onze nachtelijke bezoekers maakt de keus al een stuk makkelijker. We bedanken mekaar hartelijk en gaan op pad. Waar we spierpijn van kleine teen tot oren hadden verwacht, helemaal niks. Wel wat zware benen maar toch vol goeie moed vervolgen we onze weg. Ghoripani is vandaag het doel. Van 2010 naar 2750 meter. Vanuit Ghoripani kunnen we de volgende ochtend naar Phoon Hill op 3200 meter. De zonsopkomst op dit uitzichtpunt moet waanzinnig zijn. 
 

Foto’s

5 Reacties

  1. Tessa:
    12 november 2012
    pff wat een verhaal... maar wat leuk om te lezen!!!
    klinkt allemaal super. en ook zwaar. Wat gaaf dat jullie dit doen. Mooie foto's hebben jullie al gemaakt. echt gaaf. al staat die wandelstok wel een beetje gek.. haha.
    geniet er van samen! ik kijk al weer uit naar t volgende verhaal..
    en ik print het ook even uit voor mama, die heeft namelijk even geen computer.. na 9 jaar heeft haar laptop het nu toch een keer begeven.
    dikke vette kus!!! van je zus!
  2. Carina:
    13 november 2012
    Wat ontzettend leuk om te lezen! Je zou zo ook nog wel schrijver kunnen worden, Jeroen.
    Jullie gids kom ik nog niet tegen in het verhaal; of was die ter geruststelling van mama bedacht?
    Lieve groetjes, Carina xxx
  3. Jos:
    16 november 2012
    Wat een prachtige teksten en wat een feest om te lezen. Leuk hoor en ja... soms zit het mee en soms zit het tegen..het is allemaal deel van het zelfde verhaal. Super dat jullie dit samen meemaken en delen. Nog vele avonturen gewenst en lieve groet,
    Jos xx
  4. Franka Cadée:
    26 november 2012
    De foto's zijn erg mooi om te zien, geven zo'n goede sfeer. Van Jos hoor ik erg mooie verhalen over Laos, wanneer krijgen we die te lezen? In wat voor een project zijn jullie betrokken? Klinkt boeiend. Liefs voor jullie twee XXXX Franka.
  5. Wim en Margreet:
    10 december 2012
    Wat is het leuk jullie verslag te lezen en wat een mooie tocht hebben jullie gemaakt.
    Wat zal dit alles een indruk op jullie gemaakt hebben.
    Geniet van Thailand en wij zijn erg benieuwd naar jullie volgende verslag.
    Wij gaan namelijk in februari 3 weken naar Thailand.
    Geniet volop samen van dit avontuur..............
    Lieve groet van ons.